Spondylodese

Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor een spondylodese.

1. Wanneer er door onvoldoende samenhang tussen wervels een afglijding ontstaat ten opzichte van de aangrenzende wervel.
2. Overmatige beweeglijkheid van de wervels ten opzichte van elkaar of instabiliteit van de wervels. Dit kan komen door bijvoorbeeld een tumor, breuk of slijtageprocessen.
3. Wanneer een wervel naar voren schuift ten opzichte van lager gelegen wervel.

Er zijn verschillende methodes om een spondylodese uit te voeren. Uw behandelend arts zal dit uitvoerig met u bespreken en bepalen welke methode het meeste geschikt is voor u. De methodes zijn de volgende:

• Achterste spondylodese: hierbij worden de wervels vastgeschroefd met schroeven en staven.
• Voorste spondylodese: de wervels worden met een kooitje gemaakt van titanium, koolstof of kunststof gemaakt (cage) vastgezet. Enkele weken na de operatie ontstaat er een stevige botverbinding tussen de beide wervels die door de cage heen groeit.

Na elke operatie kunnen helaas complicaties optreden. Bij spondylodese zijn dit de volgende:

• Nabloedingen
• Wondinfectie
• Irritatie of beschadiging van de zenuwen mogelijk met verlammingsverschijnselen tot gevolg.
• Lekkage van het ruggenmergvocht

Na de operatie zult u nog geruime tijd pijn ervaren. Het is belangrijk dat u in het begin niet te lang zit. Wissel lopen met liggen zoveel mogelijk af. Tegen de pijn kunt u pijnstillende middelen krijgen. Let goed op uzelf tijdens uw herstel. Probeer niet te veel te snel te doen. U kunt voorzichtig aan weer lopen, zitten en tillen. Het is raadzaam om na de operatie een rugbrace te dragen. Deze biedt u ondersteuning en stabiliteit in de periode na uw operatie.