Deze pagina is geschreven door één van onze specialisten.
Ons team van specialisten bestaat uit:
- Fysiotherapeut
- Sportpodoloog
- Manueel therapeut
- Podoposturaal therapeut
- Myofasciale dryneedling specialist
Heeft u toch nog vragen na het lezen van deze pagina? Neem dan contact op met een van onze specialisten!
Vingertop letsel
Een vingertop letsel kan op verschillende manieren ontstaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 soorten namelijk ´crush’ letsel (waarbij de vinger bijvoorbeeld tussen een deur is gekomen) en ‘scherp’ letsel (waarbij er bijvoorbeeld met een mes een snede in de vingertop is gemaakt).
Wat zijn de behandelmethoden?
Er zijn 2 manieren van behandelen namelijk operatief en niet operatief, de manier waarop het letsel is ontstaan bepaalt welke behandelmethode wordt uitgevoerd. Het uiteindelijke doel is functieherstel, behoud van gevoel en een acceptabel cosmetisch resultaat.
Hoe ziet een niet operatieve behandeling eruit?
Een topletsel is ontsierend en kan een belemmering in de functie geven. De belangrijkste behandeldoelen zijn dan ook functieherstel met behoud van het gevoel en een acceptabel cosmetisch resultaat. Afhankelijk van de wens van de patiënt en de verwonding wordt een keuze gemaakt voor een type behandeling. De niet-operatieve behandeling betreft het schoonmaken en verbinden van de wond. De wond groeit vanuit de wondranden dicht. Dit kan enige weken in beslag nemen.
Hoe ziet een operatieve behandeling eruit?
Er zijn diverse operatieve behandelingsopties:
Bij jonge kinderen is het mogelijk een geamputeerd topje terug te plaatsen. Er bestaat een goede kans dat het topje weer van bloed wordt voorzien. Mocht het topje niet ‘overleven’ dan kan het topje als een natuurlijk verband dienen. Meestal zal het topje er dan na een paar weken afvallen en groeit eronder nieuwe huid.
- De wond kan worden afgesloten, waarbij het soms nodig is het nagelbed te herstellen, en eventueel de botbreuk vast te pinnen.
- Huidtransplantatie. Huid van een andere lichaamsdeel wordt verplaatst naar de vingertop en moet hier weer ingroeien.
- Weefselverplaatsing. Huid en onderhuids weefsel worden verplaatst of verschoven van een ‘gezond’ gedeelte op de aangedane vinger naar het defecte deel van de vinger.
- Cross finger lap. Huid en onderhuids weefsel worden omgeklapt van een naburige vinger naar het defecte deel van de aangedane vinger. Deze weefsellap blijft vastzitten aan de oorspronkelijke vinger zodat er goede bloedvoorziening is. Op de plek waar de weefsellap vandaan is gehaald wordt een stuk huid gelegd (huidtransplantaat). Na enkele weken heeft de weefsellap op de aangedane vinger zelf een bloedvoorziening opgebouwd en kan de verbinding met de naburige vinger worden verbroken.
- Amputatie van (een deel) van de vinger. De vinger kan ingekort worden en dicht gehecht worden. Getracht zal worden om voor de vinger zoveel mogelijk lengte te behouden.
- Na iedere behandeling wordt het aangeraden om een vingerspalk te dragen, dit om de vinger te ontlasten.